
Je hebt de perfecte laars gevonden. De kleur is fantastisch, het leer ruikt heerlijk en de hakhoogte is precies goed. Dan komt het moment van de waarheid: de pasvorm van de schacht. Laarzen zonder rits, de zogenaamde schacht laarzen, zijn prachtig elegant, maar ze moeten wel echt goed zitten. Een schacht die te strak of te wijd is, verpest de hele look en het draagcomfort. Het draait allemaal om het vinden van de juiste balans.
Wat zijn schacht laarzen precies?
Een schacht laars is simpel gezegd een laars die je over je voet en kuit schuift. Er zit geen rits in die de boel open of dicht maakt. Dat zorgt voor een strakke, ononderbroken lijn, wat esthetisch vaak erg mooi is. Zo’n laars kan een hoge knielaars zijn, maar ook een enkellaars. Het grote verschil met een gewone laars is dat de schacht, de ‘buis’ van de laars, breed genoeg moet zijn om je voet doorheen te krijgen, terwijl hij daarna niet te veel mag sloffen om je kuit. Dat is de uitdaging. De voet moet erdoor kunnen, maar de laars moet niet afzakken. Dit geldt natuurlijk al helemaal wanneer je op zoek bent naar laarzen smalle schacht; de pasvorm luistert dan heel nauw.
Hoe meet je de schachtmaat op?
Het opmeten van de schacht is een slimme zet voordat je tot aankoop overgaat. Je voorkomt hiermee een miskoop en bespaart je een hoop retourgedoe. Je hebt een flexibel meetlint nodig en een spijkerbroek vol geduld. Eerst meet je de schachthoogte. Dit is de lengte van de laars. Meet vanaf de bovenkant van de hak tot het hoogste punt van de laars. De hoogte van de hak zelf is hierbij niet van belang. Dit geeft je een idee waar de laars op je been zal eindigen. Daarna meet je de schachtwijdte. Dit is de omtrek van de laars. Meet het breedste gedeelte van je eigen kuit en houd dit getal aan. Vergelijk dit met de omtrek die het merk opgeeft. Onthoud dat de laars ook moet passen over je broek of maillot. Houd ook rekening met de stof van de laars. Een laars met een voering of elastische inzetstukken kan een beetje meewerken, maar ga daar niet zomaar van uit. Het is pure meetkunde. Ken je eigen maten.
Slimme trucs om je laarzen makkelijk aan te trekken
Je hebt de perfecte schacht laars gekocht, maar je krijgt je voet er bijna niet in. Dit is een bekend probleem bij dit type laarzen. Gelukkig is er een simpele oplossing. De beste vriend van de schacht laars is de schoenlepel. Je schuift de lepel in de laars en gebruikt deze als een gladde glijbaan voor je voet. Trek je schoenlepel omhoog terwijl je de laars aandoet. Dit werkt nog beter als je een gladde pantykous draagt. De schoenlepel beschermt ook de achterkant van je laars. Je trapt de hielkap niet plat, waardoor je laarzen langer mooi blijven. Een andere truc is het gebruik van een plastic zakje. Een boterhamzakje of pedaalemmerzakje om je voet vermindert de wrijving tussen je voet en de voering van de laars. Zodra je voet in de laars zit, trek je het zakje onder je voet vandaan. Lukt dit niet, dan laat je het zakje in de laars zitten. Dit is misschien wat onhandig, maar het helpt wel.
Hoe leren laarzen zich aanpassen
Leren laarzen hebben een prettige eigenschap: ze gaan zich vormen naar de voet en kuit van de drager. Leer is een natuurproduct en het werkt mee. Naarmate je de laarzen vaker draagt, zal het leer zich stretchen en verzachten. Dit heet ‘uitlopen’. De schacht zal zich beter naar jouw specifieke beenvorm aanpassen. Dit betekent dat je bij het passen misschien iets strakke laarzen moet tolereren, maar ga niet te snel over de grens. Een nadeel van de schacht laars is dat hij na verloop van tijd wat losser kan komen te zitten rond de enkel. Dit kan aanvoelen als ‘sloffen’. Dit is een normaal kenmerk van deze constructie, omdat de laars ruimte moet bieden om je voet erin te steken. Dit is niet te vergelijken met een strakke enkellaars met rits. Houd dit in gedachten. Geduld met leren laarzen wordt beloond met een perfecte pasvorm.